

http://fmg.ac/Projects/MedLands/MEISSEN.htm#ThietmarIdiedafter979
CHRISTIAN, son of --- (-after 945, maybe 961). ... m HIDDA, daughter of Graf THIETMAR [I] & his wife --- (-Jerusalem [945/75]). Markgraf Christian & his wife had [three] children:
-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
http://en.wikipedia.org/wiki/Thietmar,_Margrave_of_Meissen
Thietmar (II) (c. 925 – 3 August 979) was the Margrave of Meissen from 970 until his death. Thietmar was the eldest of three brothers, all sons of Hidda, sister of Gero the Great, and Count Christian of Thuringia. His brothers were Gero, Archbishop of Cologne, and Odo I, Margrave of the Saxon Ostmark.
In 951, he was first recorded as Count of Gau Serimunt, following his father Christian. Between 951 and 978, he was also Count of Schwabengau. After the death of his uncle Gero in 965, Thietmar inherited large parts of whose Marca Geronis.
He married Schwanehilde (Suanhild), daughter of Margrave Hermann Billung, and had one son: Gero II, who in 993 would become Margrave of the Saxon Eastern March. On 29 August 970, Thietmar and his brother Gero founded the abbey of Thankmarsfelde,[1] which between 971 and 975 became a royal monastery. It was moved to Nienburg on the Saale river at the mouth of the Bode in 975 and that is where Thietmar is buried. In the years which followed, Thietmar and Gero made further donations of land to the monastery.[2]
Thietmar was succeeded by Rikdag. His widow Suanhilde married Rikdag's successor Eckard I.
-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
http://homepages.rpi.edu/~holmes/Hobbies/Genealogy2/ps13/ps13_113.htm
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Zehling934 (Wüstung), Sachsen-Anhalt, n. Ballenstedt s. Badeborn: Zcielinga locus (D H II 410 (Or.) [1019 – –]); Scelinga villa (D H IV 238 (Or.) [1071 Januar 6]). Die Wüstung Zehling wird in den hier zugrunde gelegten Königsurkunden einmal als „in comitatu X marchionis“ (D H IV 238) und einmal als „in comitatu X comitis“ (D H II 410) gelegen bezeichnet. Sie wird dem Schwabengau zugeordnet (D H IV 238) und liegt im Amtsbereich des Grafen Thietmar (D H II 410) und des Markgrafen Udo (D H IV 238). --> Literatur zur Identifizierung: Lübke-Reg. (in Bd. 5), S. 108, bzw. das entsprechende Lübke-Regest Nr. 546; DD III-Reg., S. 831, DD VI.3-Reg., S. 945; RI II Nr. 1951; Hessler 1957, S. 150.
------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
1336376. Herman I van Saksen-Billung, geb. Lüneburg (Duitsland) omstr. 915, eerst markgraaf, in 950 hertog van Saksen, † Quedlinburg (Duitsland) 27 maart 973, tr. 1e Ode NN; tr. 2e omstr. 940 1336377. Hildegard van Westerburg, geb. Westerburg omstr. 902, † Ringelheim 976. Uit dit huwelijk: a. Imma van Saksen, † 995. b. Bernard I, zie 668188. c. Mathilde, zie 1336333. d. Swanhilde van Saksen, geb. omstr. 948, † 26 nov. 1014, begr. Klooster Jena, tr. 1e Thietmar III van de Ostmark, geb. omstr. 928, † na aug. 979, begr. Klooster Nienburg an der Saale, zn. van Christian van Thüringen en Hilda van de Ostmark (zie 42833233,c); tr. 2e jan. 1003 Ekkehard I van Meissen, geb. omstr. 956, markgraaf van Meissen 985, † Pöhlde 30 april 1002, begr. Klooster Jena, zn. van Gunther van Merseburg en Dubrawka van Bohemen (zie 10708217). e. Liutger van Westphalen, geb. 975, † 1011, tr. Emma van Saksen (zie 5354263,c).
Notitie bij Herman I: oorspronkelijk een boer uit Neder-Saksen, werd door keizer Otto I aangesteld als markgraaf met de opdracht strijd te voeren tegen de Denen en de Slaven. Zijn gebied strekte zich uit van de Neder-Elbe en Oostzee over de Deense en Obitritische marken. Hij drong door tot Stettin. Kreeg in 950 de titel van hertog. Zijn markgraafschap werd het nieuwe hertogdom Saksen. Grondlegger van het Billunger geslacht. Notitie bij Hildegard: vermeld 944 Notitie bij het overlijden van Thietmar III: op een 3 augustus na 979 Notitie bij het overlijden van Ekkehard I: vermoord, begraven in het Klooster Jena maar in 1028 herbegraven in Naumburg Notitie bij het overlijden van Emma: begraven in de kathedraal
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
978 |
July 3, 978
|
Mark Niederlausitz (Present Brandenburg), Heiliges Römisches Reich (Present Germany)
|
|
???? |
Carolingian Empire (Present Germany)
|
||
???? |
Niederlausitz, Germany
|
||
???? | |||
???? | |||
???? | |||
???? |
Nienburg, Lower Saxony, Germany
|