Jeremias van Collen

• familytreemaker... ;

Waarnemend directeur Jeremias van Collen was een gezette man van rond de veertig. Van vaderszijde was kwam hij uit de Amsterdamse patriciërsfamilie Van Collen......

Van moederszijde kwam provisioneel directeur Jeremias uit een van de oudste families van het eiland. Zijn grootvader van moederskant was Jan Pietersz 'van Oxfort', die in 1651 in het Ruyterkwartier was gaan wonen en die in 1684 stierf als cornet over de ruiterij (Afb. 13). Zijn moeder, Elizabeth van Oxfort, trouwde rond 1675 met Juan Pedro en kregen niet lang hierna een zoon, die een echte 'Van Collen'-naam kreeg: Jeremias, zo genoemd naar zijn overgrootvader, zijn grootvader en een van zijn ooms.

Jeremias' vader overleed in juli 1681 en zijn moeder hertrouwde vóór 1689 met Johannes Goetvriend, een zakenman die onder meer scheepsbenodigdheden als hout en zeildoek aan de Compagnie leverde. Bij hem kreeg zij een dochter, Anna. Ze woonden toen in de Heerenstraat aan de oost­zijde. meer lezen....

[Jeremias van Collen]

COLLEN (Jeremias van), zoon van Joan Pedro van Collen, Commandeur op Curaçao en van Elisabeth Pieters, gezegd van Oxford. Was vollen neef van den voorgaande. Van hem is ons niets bekend, dan dat hij in 1713 Gouverneur was van Curaçao, toen ook dit eiland een bezoek kreeg van den beruchten Franschen brandschatter Jaques de Cassard tegen wien en zijne troepen, van Collen aan het hoofd zijner weinige soldaten weinig vermogt, en de arme eilanders genoodzaakt waren eene aanzienlijke schatting te betalen. Verder genoot deze volkplanting onder zijn bestuur eene langdurige rust tot het jaar 1738, toen burgertwisten ontstonden, en eene partij, gekenmerkt door den naam der kabaal, zijn ontslag wist te bewerken, waardoor hij van verdriet overleed. De regering van zijnen opvolger, Jan Gales, was zijne beste verdediging. Hij was gehuwd met Clara Catharina Kerckrinck en bij haar vader van vijf kinderen.

Zie van Kampen. Geschied. der Nederl. buiten Europa, D. III. St. II. bl. 792 en 793; Teenstra, Bekn. Beschr. van de Nederl. Overz. Bezitt. bl. 699.